Gisteren op mijn vaders fiets de bossen van Ermelo in getrapt op zoek naar een trapleuning van waaibomenhout. Toen ik de juiste omgevallen boom zag pakte ik mijn zaag en ging aan het werk om de boom van zijtakken te ontzien.
Na een minuut of tien werd ik betrapt en gezien door een man in het groen.
“Wie bent u en wat doet u hier,” waren zijn eerste woorden.
“Ik ben Midas en ik zag een omgevallen boom om een trapleuning uit te zagen,” was mijn respons. Ik pakte de bouwtekening erbij, de man in het groen bestudeerde alles met groeiende interresse, bijna wilde hij een tip gaan geven, maar hij herpakte zich en zei; “u ontvreemdt staatseigendom, hiervoor kan ik u een fikse boete geven.”
“Ach beste man doet u dat toch niet, is er een manier waardoor ik deze boomtak op legale wijze in mijn bezit zou kunnen krijgen?”
“Dat kan alleen als u de beheerder persoonlijk om toestemming vraagt.”
“Owh, uh zou u mij kunnen vertellen wie de beheerder is en hoe ik met hem in contact kan komen?”
“Jawel, de beheerder staat voor u en verleent u hierbij toestemming tot het meenemen van een eikenhouten waaibomentak uit dit bos.”
Waarop de man in het groen weer in het groen verdween, mij nog vriendelijk toeknikkend dat het toch veel beter voelt een legaal verkregen waaibomeneikenhoutentrapleuning te maken dan een ontvreemd staatseigendom aan de muur te moeten schroeven. Dat beaamde ik en mijn olijk heiho voegde zich bij het toch al vrolijke bos.